1885
Op de niet-officiële Olympische Spelen van 1906 in Athene nam de Duitser Martin Brustmann (1885-1964) deel aan de 100m, het verspringen en het hink-stap-springen. Na die Spelen introduceerde hij het speerwerpen in Duitsland. Hij studeerde af als arts en specialiseerde zich in Sportgeneeskunde. In 1932 sloot hij aan bij de NSDAP en werd hij de lijfarts van SS-Obergruppenführer Reinhard Heydrich (1904-1942). Tijdens de tweede Wereldoorlog was hij de vertrouwensman van SS Reichsführer Heinrich Himmler (1900-1945) en werkte hij als SS-arts in het 'Reichssicherheitshauptamt' (RSHA) en voor het 'Deutsche Institut für Psychologische Forschung und Psychotherapie'. Door een conflict met Himmler viel hij in ongenade en moest hij het RSHA verlaten. Op het einde van de oorlog werd hij gevangen genomen en zat hij twee jaar in het krijgsgevangenkamp Eselheide in de buurt van Paderborn. Na zijn vrijlating vestigde hij zich in Hildseheim en begeleidde hij de Duitse roeiploegen. Maar hij werd aan de deur gezet nadat hij met de steroïde Testoviron experimenteerde.
Op de Olympische Spelen van 1908 in Londen won de Britse roeier John Fenning (1885-1955) de twee zonder stuurman met ploegmaat Gordon Thomson (1884-1953). Hij studeerde af aan de London Hospital Medical College en vestigde zich als huisarts in Home Counties, maar in 1937 verhuisde hij definitief naar de Midlands.
Paddy Moran (1885-1945) was kapitein van de Australische rugbyploeg the Wallabies, die in 1908 en 1909 zestien wedstrijden betwistte in Noord Amerika en op de Britse Eilanden. Door een enkelblessure miste hij de Olympische Spelen van 1908 in Londen. In clubverband speelde hij eerst voor de Rose Bay Club maar toen hij in 1901 op amper 15-jarige leeftijd aan de Sydney University Geneeskunde ging studeren, sloot hij zich aan bij het team van zijn Alma Mater. Nadat hij afstudeerde specialiseerde hij zich verder aan de Schotse Edingburgh University. Tijdens de eerste Wereldoorlog diende hij als luitenant van het Engelse Royal Army Medical Corps op het Griekse schiereiland Gallipoli, waar hij als gevolg van een amoebiasis ziek werd. Voor herstel werd hij naar Mesopotamië gestuurd maar hij herviel, waarop de overheid besliste om hem via India naar Australië te repatriëren. Na de oorlog specialiseerde hij zich in Parijs in Oncologie en leerde hij het gebruik van radium kennen in de kankerkliniek van Villejuif. Voor verder onderzoek trok hij naar de Verenigde Staten waar hij de eerste was die voor de behandeling van kanker radiumnaalden en radiumbuizen gebruikte. Tijdens de tweede Wereldoorlog diende hij als Luitenant-Kolonel bij de Australian Military Forces, maar op het einde van de oorlog werd bij hem kanker gediagnosticeerd waaraan hij enkele maanden later overleed.
Bethel Solomons (1885-1965) werd tien keer voor de Ierse rugbyploeg opgeroepen. Hij studeerde af aan het Trinity College van Dublin, specialiseerde zich in de gynaecologie en werd directeur van het Rotunda Hospital in Dublin.