In naam van de fysiotherapeuten stichtte de Amerikaanse Mary McMillan (1880-1959) de American Women's Physical Therapeutic Association, de voorloper van de American Physical Therapy Association (APTA) die later 76.000 leden zou tellen. Mary McMillan wordt beschouwd als een van de eerste fysiotherapeuten. In 1917 was ze als Chief Aide aan het Walter Reed Army Hospital van Washington DC al betrokken bij de oprichting van de afdeling Reconstruction Aids, waar gewonde soldaten verzorgd werden tijdens de eerste Wereldoorlog. Aan het Reed College in Oregon gaf ze cursussen fysiotherapie, die massage, elektrotherapie en hydrotherapie omvatten. Met 'Massage' schreef zij het eerste Amerikaanse leerboek over fysiotherapie en oefentherapie en later startte ze het eerste fitnesscentrum van de Peiping Union Medical College in China.
Onder impuls van de Franse militaire arts-majoor Maurice Boigey (1877-1952) werd op 21 januari 1921 de 'Société médicale d’éducation physique et du sport' (Smeps) opgericht in Parijs, blijkbaar de eerste vereniging van dat soort wereldwijd.
De geschiedenis van de Nederlandse Sportgeneeskunde begon rond 1921 toen op initiatief van reumatoloog Jan van Breemen (1874-1961) de ‘Nederlandsche Geneeskundige Vereeniging ter bevordering van de Lichamelijke Opvoeding' (NGVLO) werd opgericht. De vereniging had ‘de bestudeering der vraagstukken op het gebied der lichamelijke opvoeding voorzoover die vraagstukken van geneeskundig belang zijn’ tot doel.
De Amerikaanse arts Dudley Allen Sargent (1849-1924) was aan de Harvard University een pionier van de lichamelijke opvoeding. Op het ogenblik dat het concept 'lichamelijke opvoeding is gunstig voor de gezondheid en het welzijn' geïntroduceerd werd, voegde Sargent wetenschappelijk onderzoek toe aan fitnessinstructies. Hij zag voordelen in alle programma's van lichamelijke opvoeding en leerde ze aan in zijn Normaalschool en aan de Harvard Summer School. Sargent was een vroegtijdige vernieuwer van de lichamelijke opvoeding. De 'Sargent Test' draagt zijn naam, maar is beter bekend als de verticale sprong-test. Hij ontwikkelde ook verschillende soorten oefenapparatuur die nog altijd in sportscholen gebruikt worden. Hij toonde grote interesse in anthropometrie en ging tot het uiterste om de perfecte proporties van het menselijk lichaam te onderzoeken.
In de 'International Journal of Surgery, 1921, Volume 34. Page 261' verscheen een afbeelding van de McKesson Metabolor, waarmee het basale metabolisme gemeten werd en die eigenlijk een variant was van de spirometer van de Deense Professor Fysiologie August Krogh (1874-1949).