Geschiedenis van de Sportgeneeskunde - 1904

De experimenten die de Duitse arts Franz Külbs (1875-1964) tussen 1904 en 1906 uitvoerde in Kiel waren baanbrekend. Hij onderwierp uit dezelfde worp geboren honden regelmatig aan een loopbandtraining van wisselende intensiteit. Nadien vond hij bij dissectie van de dieren vergrotingen van het hart, de nieren, de lever en nog andere organen.

Ook in het waterpolo gebeurden de eerste wetenschappelijke onderzoeken. Een foto uit 'The New York Tribune' leerde ons dat de Amerikaanse arts Philip Bovier Hawk (1874-1966) experimenten uitvoerde op de waterpolospelers van de University of Pennsylvania, waarbij hij noteerde dat

"drie minuten waterpolospel een groter aantal rode bloedlichaampjes produceert dan bij eender welke andere sport...".

De Amerikaan Bernarr Macfadden (1868-1955) was een invloedrijke voorstander van lichaamscultuur, een combinatie van bodybuilding met voedings- en gezondheidstheorieën. Hij richtte ook de uitgeverij 'Macfadden Publications' op. Hij raadde een minimalistische levensstijl aan gebaseerd op de doorgebrachte tijd in de natuur, dagelijkse zware lichamelijke inspanning, onthouding van alcohol, thee, koffie en wit brood. Macfadden verkocht een door hem ontwikkelde, aan de wand bevestigde spierontwikkelaar en stichtte in 1899 'Physical Culture', een van de eerste musculaire tijdschriften. In 1903 organiseerde hij de eerste Amerikaanse wedstrijd voor bodybuilding. In 1921 en 1922 luidden soortgelijke wedstrijden de triomf in van Charles Atlas (1893-1972), het grootste Amerikaanse icoon van lichaamscultuur. In 1935 had het publicatie imperium van Macfadden 35 miljoen lezers. Hij stierf als multimiljonair in 1955.

Het boek 'Health, Strength & Power' van de Amerikaanse arts Dudley Sargent (1849-1924) was een van de eerste boeken over 'physical fitness'.

De Amerikaan Wilbur Bowen (1984-1928), Professor Lichamelijke Opvoeding aan het Michigan State Normal College, deed op een ergometerfiets metingen over de incubatietijd van oefenpersonen na een initiële hartslagcyclus en suggereerde dat de toename optrad omwille van de afname van de beperkende invloed van het inhibitiecentrum (vagale invloeden).

Na de Olympische marathon van 1904 werd  rectaal de temperatuur gemeten, de hoogst genoteerde waarde was 38°C.

De Deense fysiologen August Krogh (1874-1949) en Christian Bohr (1855-1911) publiceerden hun werk, waarin werd aangetoond dat de affiniteit van hemoglobine voor zuurstof vermindert als koolstofdioxide zich aan hemoglobine bindt, en daarmee het lossen van O2 bevordert, het zogenaamde 'Bohr-effect'. Twee jaar later toonden ze aan dat zuurstof via passieve diffusie van de alveolen naar de capillairen passeert.


rdsm