Doping in de sport - 1997

Tijdens een anonieme enquête in de Verenigde Staten bekende 3,1%  van de ondervraagde sporters uit de National College Athletic Association (NCAA) dat ze amfetamines gebruikten en 29% verklaarde dat zij die drugs hadden verkregen via een arts.

Bij de Monitoring the Future Study, in de Verenigde Staten afgenomen bij studenten van de laatste vier studiejaren van de middelbare school, bleek echter dat 53,4% van de ondervraagden minstens één keer in hun leven geëxperimenteerd had met illegale geneesmiddelen.

In een rapport verhelderde de Italiaanse dopingjager Sandro Donati (1947-) de dopingpraktijken uit het wielrennen en daarmee gooide hij een heuse bom in het milieu. Twee relevante zaken werden duidelijk: de veralgemening van het fenomeen, want 80% van het peloton zou erbij betrokken zijn en de verandering van het soort doping. Anabole steroïden werden langzaam maar zeker vervangen door andere hormonen, zoals ACTH, hCG en insuline, die voor zorgwekkende nevenwerkingen kunnen zorgen. Tijdens zijn onderzoek stootte Donati steeds opnieuw op de naam Francesco Conconi (1945-), op dat ogenblik voorzitter van de Medische Commissie van de Internationale Wielerunie (UCI) en verantwoordelijk voor het opstarten van opsporingstesten voor EPO. Donati kwam dan ook tot de schrikwekkende vaststelling:

Een van de grootste verantwoordelijken van de EPO-doping fungeert ook als expert voor het opsporen van die doping.”

Het rapport benadrukte ook de overweldigende bewijzen. Zeven artsen en 21 renners waren bereid om erover te praten. Zo bleek dat de Poolse renner Joachim Halupczok (1968-1994), de wereldkampioen van 1989 bij de liefhebbers die in 1994 officieel overleed aan een ‘hartaanval', begeleid werd door een arts die (wij citeren)

“grote problemen had in zaken die verband hielden met doping bij paarden”.

Of het geval van een bekende Italiaanse renner die tijdens de Giro van 1993 als gevolg van een overmatige hoeveelheid EPO bijna stierf aan een hartstilstand. Door bloedverdunners in te spuiten kon men hem op het nippertje redden, zijn hart klopte op dat ogenblik nog 25 slagen per minuut. In zijn rapport beschuldigde Donati ook de hele business rond de dopingindustrie:

“De financiële belangen die ermee gepaard gaan zijn enorm. Vorig jaar leverde een apotheker uit Pisa voor meer dan 150 miljoen lire (90.000 Euro) EPO af op zes maanden tijd.

Een voormalig renner detailleerde in het rapport ook de ongelijkheid veroorzaakt door geld:

"Het dopinggebruik voor de minder begoeden kost jaarlijks vijfduizend Euro, dat van rijke renners negenduizend Euro per sessie en normaal gezien zijn er jaarlijks tien sessies voorzien."

Doping in de DDR

In 1997 kreeg Yvonne Gebhard (1963-) van haar gynaecoloog te horen dat ze kanker had, waarop een amputatie volgde van de rechter borst. De arts vermoedde dat de borstkanker nauw samenhing met de dopingproducten die ze als sportvrouw gekregen had. Jaren nadat ze gestopt was met topsport, ontwikkelde ze een anabolica-afhankelijke tumor. In 1977 was de 14-jarige als speerwerpster opgenomen in de Kinder- und Jugendsportschule van SG Dynamo Halle-Mitte. Op 16-jarige leeftijd kreeg ze een selectie voor de nationale jeugdploeg, ze werd juniorenkampioen van de DDR en in 1981 eindigde ze vierde op het EK voor junioren. Maar toen ze twintig werd moest ze kappen met de sport.

"...op een avond na de training kwam trainster Maria Ritschel naar mijn kamer. 'Ondersteunende middelen zijn middelen die ondersteunen', zei ze. 'Ze ondersteunen uw lichaam, en zijn enkel werkzaam in hun geheel: een betere stofwisseling, sneller herstel na de training, meer kracht'. Op tafel lagen meerdere tabletten. ... De trainster nam rustig haar tijd en legde minutieus uit wanneer dit en dat genomen moest worden en vroeg me of ik de volgorde begrepen had. ... Mijn lichaam versteende, werd vast van binnenuit. Mijn spieren explodeerden, onder mijn schouderbladen vormden zich knopen. ... Door hoeveel tekens en signalen kijk je heen als je vastzit in een systeem dat op samenzwernig werkt en dat strikt is ingedeeld.... Destijds vermoedden wij dat niet, we vertrouwden.... Dat waren geen pijnen zeiden de artsen, dat zat enkel in het hoofd....  Twee jaar trok ik rond met een verkrampt lichaam, ik kreeg spuiten, behandelingen, infusen. Op 20-jarige leeftijd mocht ik vertrekken."

Dankzij de moed en het doorzettingsvermogen van de Duitse Professor Werner Franke (1940-2022) en zijn echtgenote Brigitte Berendonk (1942-) werd gedetailleerde informatie gevonden over de dopingactiviteiten in de DDR. Uit topsecret dissertaties, wetenschappelijke rapporten, subsidierapporten, verslagen van symposia en rapporten van artsen en wetenschappers die officieus medewerkers waren van het Ministerie van Staatsveiligheid (Stasi), bleek dat honderden artsen en wetenschappers, waaronder hooggeplaatste professoren, vanaf 1966 dopingonderzoek uitvoerden en experimenteel zowel gekende als onbekende geneesmiddelen toedienden. Zo werden ieder jaar duizenden atleten behandeld met anabolica, minderjarigen van beide geslachten inbegrepen. Bijzondere aandacht ging naar de anabolicatoediening bij vrouwen en adolescente meisjes, omdat de praktijk uitwees dat die producten vooral bij hen de sportprestaties efficiënt verbeterden.

Toen het Engelse dagblad 'The Times' hem hierover ondervroeg had FINA-president Mustapha Larfaoui (1932-) niet meteen een antwoord klaar en mompelde hij dat men het verleden niet kon terugdraaien. Het Internationaal Olympisch Comité had immers besloten om de met doping bekomen resultaten en medailles op de erelijst te laten staan. Misschien was het hen niet opgevallen dat drievoudig Olympische kampioene Rica Reinisch (1965-) vijf miskramen kreeg en niet verlost geraakte van recidiverende eierstokcystes. Of misschien hadden ze geen aandacht besteed aan de getuigenis van Catherine Menschner (1964-), die op 10-jarige leeftijd mannelijke hormonen kreeg en daarvan blijvende schade ondervond aan haar rug en voortplantingsorganen. Of het verhaal van de discuswerpsters Brigitte Michel (1956-) en Birgit Boese (1962-), die vernamen dat ze geslachtsorganen hadden van een tienjarig kind. Of de geschiedenis van Andreas Krieger (1966-), voordien bekend als de kogelstootster Heidi Krieger die door de massale toediening van anabolica suïcidale neigingen kreeg en noodgedwongen een geslachtsoperatie onderging. Dan was er ook nog Jörge Sievers (1956-1973) die dood werd teruggevonden op de bodem van het zwembad. Het gevolg van een zware griep meldden de Oost Duitse autoriteiten, later bleek dat de jongen gestorven was aan zwaar hartfalen, gepaard met een ernstige verdikking van de hartwanden, een acute miltinfectie en ernstige leverbeschadiging, het resultaat van de medische experimenten die op hem werden uitgevoerd. Dit alles benadrukte het enorme maar verborgen dopingsysteem in de DDR, waar alle kinderen gescreend werden op hun sportieve talenten en waaruit er ieder jaar tienduizend geselecteerd werden. Vanaf dan werden ze begeleid door 4.700 professionele coaches en duizend artsen. Jaarlijks werden zo'n twee miljoen tabletten anabole steroïden toegediend.

Thomas Springstein (1958-), de voormalige trainer van topsprintster Katrin Krabbe (1969-), was een van de DDR trainers die zijn pupillen tien jaar lang blauwe pillen liet slikken. Hij werd voor de Rechtbank gedaagd op beschuldiging van bedrog, omdat hij zijn atleten voorhield dat de blauwe pillen vitaminepreparaten waren.

De erfenis van 144 gouden, 120 zilveren en 120 bronzen Olympische medailles die de Oost-Duitsers gewonnen hadden tijdens de Spelen van 1972, 1976, 1980 en 1988 , werd overschaduwd door gehandicapte kinderen, geslachtsveranderingen en ernstige, zelfs dodelijke gezondheidsproblemen. Tijdens de Spelen van 1976, 1980 en 1988 wonnen de Oost-Duitse zwemsters 32 van de 43 gouden medailles, en dat allemaal dank zij de blauwe pilletjes.

De Duitse journalist Hans-Joachim "Hajo" Seppelt (1963-) wordt in het Duitse en internationale sportmillieu beschouwd als de grote expert op het vlak van dopingproblematiek. Vanaf 1985 becommentarieerde hij het zwemmen voor de Duitse TV zender ARD.

Samen met de voormalige Canadese zwemster Karin Helmstaedt (1966-), die in Berlijn een geliefde TV-presentatrice werd, draaide Seppelt in 1997 de documentaire 'Staatsgeheimnis Kinderdoping' over de dopingdaders en hun slachtoffers in de Oost-Duitse zwemsport. In deze dertig minuten durende door de ARD uitgezonden reportage werden de gevolgen aangeklaagd van het jarenlange toedienen van doping aan minderjarige zwemstertjes door voormalige DDR-trainers en sportartsen en daarbij kwam de achtergrond aan het licht van de systematische, georganiseerde manipulatiepraktijken. In de film gaven meerdere ex-zwemsters een levendige beschrijving van de dagelijkse gewoonten in de toenmalige zwemsport en de gezondheidsbeschadigingen die ze daarbij opliepen. De documentaire werd vertaald in negen talen en wereldwijd meerdere malen uitgezonden.

Samen met Holger Schïck (1950-2009) publiceerde Seppelt in 1999 het boek 'Anklage: Kinderdoping. Das Erbe des DDR-Sports', waarin dieper werd ingegaan op de dopingpraktijken van de DDR.

Van 1997 tot 2000 volgde Seppelt, zowel voor radio als voor televisie, in een Berlijnse Rechtbank het proces tegen de daders van de DDR-doping.

In 2001 wijdde hij een uitzending aan de transsexualiteit van de voormalige Europees kampioene kogelstoten Heidi Krieger, die door het gedwongen anabolica-gebruik een geslachtsoperatie moest ondergaan en daarna als Andreas Krieger (1966-) door het leven ging.

In 2002 produceerde hij voor de Sender Freies Berlin de themauitzending 'Doping: Ein gefährliches Spiel'.

In 2006 berichtte Seppelt uitvoerig over doping in de wielersport. Zijn onderzoek leidde er toe dat de Duitse anaestesist Markus Choina (1953-), die ook het Pools voetbalelftal en de Poolse atletiekploeg onder zijn hoede had, geïdentificeerd werd als medeplichtige in het netwerk van de Spaanse sportarts Eufemiano Fuentes (1955-).

In november 2006 werd Seppelt met de 'Leuchtturm für besondere publizistische Leistungen' bekroond, een onderscheiding uitgereikt door de journalistenvereniging 'Netzwerk Recherche' voor zijn onderzoek, reportages en exclusief nieuws over de wielrenners Jan Ullrich (1973-) en Floyd Landis (1975-) en de Spaanse sportarts Eufemiano Fuentes (1955-)

In januari 2007 werd de TV reportage 'Mission: Sauberer Sport' uitgezonden waarin Seppelt samen met collega Jo Goll (1966-) het werk van de Duitse dopingonderzoekers documenteerde. Zo benadrukten zij onder meer de tekortkomingen in het Duits controlesysteem, wat verhitte publieke debatten uitlokte en bijdroeg tot structurele veranderingen in het Nationaal Anti-Doping Agentschap (NADA). Op het Internationaal TV-Filmfestival van 2007 in het Bulgaarse Plovdiv werd de reportage bekroond met de 'Silver Chest Award' en datzelfde jaar in Milaan met de internationale 'Sports Movie and TV Award'.

Maar het werk van Seppelt was omstreden. In januari 2008 startte de Deutsche Skiverband (DSV) tegen hem een kortgeding, omdat hij weigerde om het vermoeden van doping in de Duitse wintersporters niet te publiceren. De achtergrond was een ARD reportage waarin geopperd werd dat Duitse langlaufers en biatleten in een Weens labo bloeddoping hadden gekregen. Het Hamburgse Oberlandesgericht gaf Seppelt echter gelijk, omdat de DSV niet persoonlijk beschuldigd werd. De verdachtmakingen van Seppelt konden echter nooit bewezen worden

Naar aanleiding van de Olympische Spelen van 2008 in Beijing, zond de ARD de 45-minuten durende documentaire 'Olympia im Reich der Mittel: Doping in China'' uit, waarin Seppelt en Goll dieper ingingen op het dopinggebruik en de dopingcontroles in China, meer bepaald over de bewezen kenmerken van manipulaties met stamcellen bij sporters. Tijdens de New York Festivals werd de uitzending bekroond met de 'gold world medal' en tijdens het internationaal festival voor sportfilm Liberec van 2009 kreeg ze de hoofdprijs in de categorie 'World Fact Challenge' .

Net voor aanvang van het WK atletiek van 2009 in Berlijn, zond de ARD de reportage 'Geheimsache Doping' uit. Deze reportage van Seppelt en Robert Kempe (1981-) belichtte de rol achter de schermen van de dopingfiguren in de atletiek.

Voor aanvang van de Winterspelen van 2010 in Vancouver, toonde de ARD de 30-minuten durende uitzending 'Geheimsache Doping - Eiskalter Betrug', waarin Hajo Seppelt, Robert Kempe en Jochen Leufgens (1981-) een kijkje namen achter de schermen van de wintersport

Na onderzoek van Hajo Seppelt moest het UCI in september 2010 toegeven dat de Spaanse Tourwinnaar Alberto Contador (1982-) een positieve plas afleverde. Het UCI wilde die positieve Clenbuteroltest met de mantel der liefde bedekken. In februari 2012 werd Contador door het International Sports Court (CAS) twee jaar geschorst met terugwerkende kracht.

In januari 2012 toondde Seppelt een bijdrage over de UV-bestralingen van het bloed van 30 sporters door een sportarts uit Erfurt.

Samen met Robert Kempe (1981-) maakte hij in het voorjaar en in de zomer van 2012 een reportage over het dopinggebuik bij Keniaanse atleten.

In 2013 verzorgden beiden een kritische documentaire over de Duitse sportfunctionaris Thomas Bach (1953-), die enkele jaren later de Belg Jacques Rogge (1942-) opvolgde als voorzitter van het IOC

In december 2014 zond de Duitse TV-zender ARD zijn 60 minuten durende documentaire 'Geheimsache Doping: Wie Russland seine Sieger macht' uit, die wereldwijd in meerdere talen werd hernomen en die ertoe leidde dat functionarissen van heel wat sportorganisaties hun ontslag aanboden. Als gevolg van deze uitzending werden heel wat Russische trainers en atleten levenslang geschorst en werd de Russische atletiekfederatie uit de IAAF gesloten.

In augustus 2015 volgde de documentaire 'Geheimsache Doping: Im Schattenreich der Leichtathletik' over bloeddoping, waarvoor Seppelt samenwerkte met de Londense krant 'Sunday Times', de Australische inspanningsfysioloog Mike Ashenden en de Australische sportarts Robin Parisotto. De Britse voormailge atleet Sebastian Coe (1956-), die het voorzitterschap van de IAAF ambieerde, noemde de onthullingen uit de film een 'oorlogsverklaring aan de atletiek'. Een onderzoekscommissie van de WADA stelde echter corruptie vast van heel wat WADA- topfunctionarissen.

In maart 2016 werd met de 30 minuten durende 'Geheimsache Doping: Russlands Täuschungsmanöver' een vervolg gebreid aan de reeks, daarin werd dieper ingegaan op het reilen en zeilen in de Russische atletiek. Samen met collega journalist Florian Riesewieck toonde Seppelt hoe Russische trainers en funktionarissen verplichtingen van het IAAF en het WADA omzeilden. In juni 2016 zond de ARD het vierde deel 'Geheimsache Doping – Showdown für Russland' uit, waarin in samenwerking met Felix Becker en Olga Sviridenko werd aangetoond hoe de Russische trainers en functionarissen de opgelegde regels nog steeds aan hun laars lapten. Kort na de uitzending verlengde de IAAF de schorsing van de Russische atletiekbond, waardoor hun atleten niet naar de Spelen van Rio konden.

De vier journalisten zonden in november 2016 op de ARD de 22-minuten durende film 'Geheimsache Doping: Die Schutzgeld-Erpresser' uit, die gebaseerd was op een onderzoek van de Franse krant 'Le Monde', waarin criminele machinaties rond doping  in de internationale atletiek werden blootgelegd.

In januari 2017 volgde 'Geheimsache Doping', waarin de Russische atleet en klokkenluider Andrey Dmitriev (1990-) de blijvende dopingkultuur van een dopingverdachte toptrainer in de Russische atletiek staafde met geheime video-opnames, ondanks de lopende schorsing.

In Juni 2017 verhaalde Seppelt met collega Andreas Spinrath (1987-) over het dopinggebruik in het Russische voetbal, wat later volgde de film 'Brasiliens schmutziges Spiel' geregiseerd samen met Florian Riesewieck und Thilo Neumann.

In augustus zond de ARD de film 'Geheimsache Doping' uit en samen met Grit Hartmann, Benjamin Best en Ulrike Unfug onderzocht Hajo Seppelt in de documentaire 'Der Lauf ums große Geld' hoe Europese atletiekmanagers omgingen met Afrikaanse atleten en met dopingtoestanden in Ethiopië.

Net voor de Olympische Winterspelen van 2018 in Pyeongchang werd door de ARD het tweede deel van 'Geheimsache Doping' getoond onder de titel 'Das Olympia-Komplott: Der scheinheilige Kampf gegen den Sportbetrug'. In de film werd uit de doeken gedaan hoe het IOC de Russische staatsdoping aanpakte.

American Football

De speculaties over de epidemische omvang van het druggebruik in de American Football League werd verder aangewakkerd door de dramatische omvangstoename van quarterbacks en aanvallende linesman. In 1987 wogen slechts 27 NFL-spelers meer dan 136 kg, in 1997 was dat aantal gestegen tot 240. Sommigen beweerden dat dit het gevolg was van 'hoge calorie' diëten en van voedingssupplementen zoals creatine, anderen wezen echter op het gebruik van anabole steroïden en hGH. Bovendien bleken de dopingonderzoeken een lachertje. NFL-ambtenaren zouden positieve tests van sterspelers wegmoffelen, na een positieve test mochten de spelers ’s anderendaags terugkomen en men raadde hen zelfs aan om het urinemonster van iemand anders mee te brengen.

Atletiek

Nadat ze op het WK positief testte op stanozolol moest de Russische snelwandelaarster Olimpiada Ivanova (1970-) de zilveren medaille inleveren van de 10 km. Ze werd ook twee jaar geschorst.

Australian Football

Justin Charles (1970-) was de eerste speler uit het Australian Football die positief testte op de anabole steroïde Boldenon. Hiervoor werd hij zestien wedstrijden geschorst.

Bobslee

De Brit Mark Tout (1961-) werd levenslang geschorst nadat men Stanozolol in zijn urine had gevonden. In 2001 werd die straf herleid tot vier jaar.

Cricket

Wegens cannabisgebruik werd de Brit Keith Piper (1969-) een maand geschorst. In 2005 betrapte men hem een tweede keer en toen kreeg hij vier maanden schorsing. Zijn club Warwickshire, waar hij zestien jaar actief was, gooide hem buiten waarop hij zijn sportcarrière stopte.

Motorracen

De Australische motorrenner Anthony Gobert (1975-), bijgenaamd ‘The Go Show’, was een veelbelovend talent, die met een zwaar cannabisprobleem worstelde, waarvoor hij ook gepakt werd. Het ging van kwaad naar erger toen hij in een supermarkt een 70-jarige man veertig dollar uit handen rukte en de dag nadien een vrouw beroofde van haar geldbeugel.

Rugby

Bij de Zuid-Afrikaan Johan Ackermann (1970-) werd tijdens een dopingcontrole nandrolon gevonden in de urine en dat leverde hem twee jaar schorsing op.

Schansspringen

De Oostenrijker Andreas Goldberger (1972-), de eerst ski-springer die met 202m de magische 200m grens overschreed, werd door de Oostenrijkse skifederatie zes maanden geschorst, omdat hij tijdens een interview met de Oostenrijkse TV bekend had dat hij in een dancing cocaïne had gesnoven. In 2000 pinde hij het wereldrecord op 250m.

Skiën

Tijdens het WK Nordic Ski in Trondheim werd de Russische Lyubov Yegorova (1966-) drie dagen na het goud op de 5 km gediskwalificeerd, omdat men bromotan had gevonden in haar urine. Meteen ook het einde van haar sportieve loopbaan.

Tennis

De Amerikaanse tennisvedette Andre Agassi (1970-) gaf later toe dat hij in 1997 metamfetamines had gebruikt.

Voetbal

Op 26 december 1997 meldde de Franse arts Yvon Arnaudo zich om negen uur 's morgens op het trainingskamp van de Franse nationale voetbalploeg in Tignes, voor een onaangekondigde dopingcontrole. De ploegverantwoordelijken en spelers reageerden verbijsterd. Een controle? Nu? Onaangekondigd? Tijdens de vakantie? De situatie was gespannen, vijandig en afwijzend, de arts kreeg niet de kans om de uitgekozen spelers meteen te controleren. Blijkbaar waren ze nog onderweg en dus moest hij wachten. Ze waren wel degelijk aanwezig in het hotel, maar wilden zich niet melden. Om zes uur 's avonds verschenen ze plots samen voor de arts en alles moest vlug-vlug gebeuren. 's Anderendaags regende het kritiek vanuit de liga en de media. Smaakloze controles heette het, zo kon men niet omgaan met 'les Bleus' die zich voorbereidden op het WK.

Bernard Lama (1963-), de doelman van Paris Saint-Germain, speelde ook voor het Franse elftal dat het WK van 1998 en het EK 2000 won. Na zijn terugkeer uit een zware knieblessure werd hij omwille van cannabis misbruik in februari 1997 twee maanden geschorst .

In de Franse voetbalcompetitie werden vier spelers op het gebruik van nandrolone betrapt. Cyrille Pouget (1972-) van Le Havre AC, Dominique Arribagé (1971-) van Toulouse FC, Antoine Sibierski (1974-) van Auxerre en Vincent Guérin (1965-) van Paris SG kregen hiervoor achttien maanden schorsing, waarvan twaalf voorwaardelijk. Omwille van procedurefouten werd de schorsing van Guérin ongedaan gemaakt.

De Turk Ayhan Akman (1977-) werd zes maanden geschorst voor het gebruik van anabole steroïden.

De Columbiaan Albeiro Usuriaga (1966-2004), bijgenaamd El Palomo, speelde professioneel voetbal in Colombia, Spanje, Argentinië, Mexico, Ecuador, Brazilië, Paraguay en Venezuela, voordat hij op 37-jarige leeftijd vermoord werd. In 1997 werd hij twee jaar geschorst na een positieve test op cocaïne.

De Brit Adam Tanner (1973-) werd in februari 1997 drie maanden geschorst nadat men sporen van cocaïne had gevonden  in zijn bloed. Twee jaar later pleegde hij vluchtmisdrijf na een auto ongeval. Nadat men hem had opgespoord bleek dat hij driemaal de normale concentratie alcohol in zijn bloed had. Omdat het al de tweede keer was moest hij van de rechter tachtig uren gemeenschapsdienst doen en werd zijn rijbewijs voor drie jaar ingetrokken.

Wielrennen

In de eerste week van de Tour de France 1997 gebruikte 50% van de renners corticosteroïden en 80% van de deelnemers had het product zelfs nodig in de tweede week. Dit alles op medisch voorschrift.

In 1997 bekende de Italiaan Claudio Chiappucci (1963-) dat hij van 1993 tot 1995 doping had gebruikt, maar later trok hij die bekentenis in. Chiappucci werd 'begeleid' door Professor Francesco Conconi (1935-), die eerder al  van het voorschrijven van EPO beschuldigd werd. Conconi werd 'moreel’ schuldig bevonden, maar vrijgesproken omdat het misdrijf verjaard was. De rechter had de medische rapporten van 33 wielrenners ingekeken uit de periode 1993-1995, inclusief dat van Chiappucci en alle bloedonderzoeken toonden grote fluctuaties aan van de hematocriet-waarden, wat indicatief is voor EPO gebruik.

In 1997 was de Oezbeek Djamolidine Abdoujaparov (1964-) de eerste renner uit de Tour de France die gediskwalificeerd werd wegens het gebruik van Bromantan en de bronchusverwijder Clenbuterol. Later raakte bekend dat hij ook in zes andere wedstrijden positief had getest. Hij kreeg een jaar schorsing, waarop hij zijn carrière stopte.

De Noor Rune Jogert (1977-) testte positief op efedrine na de Berliner 4-Etappen-Fahrt. Hij werd twee maanden geschorst, kreeg een boete van vijfhonderd Zwitserse frank en verloor vijftien punten in de UCI-ranking. De Noorse wielerbond van haar kant werd beboet met vijfduizend Zwitserse frank, omdat ze het UCI niet op de hoogte had gebracht en niets tegen hem ondernomen had.

De Deen Michael Skelde (1973-) begon in 1997 met wielrennen, maar werd dat eerste jaar al meteen betrapt op het gebruik van testosteron, waardoor hij meteen twee jaar naar de kant moest.

Na een positieve dopingtest stopte de Duiter Jörg Paffrath (1967-2021) zijn wielrecarrière. In het weekblad `Der Spiegel´ vertelde hij hoe hij vier jaar lang zijn prestaties verbeterde met 30 verschillende medicamenten. In februari 1998 schorste de Duitse Wielerbdond hem levenslang voor die bekentenissen.


rdsm