Doping in de sport - 1992-Olympische Spelen

Atletiek

Nog voor de Spelen van Barcelona begonnen waren, werd de Britse sprinter Jason Livingston (1971-) huiswaarts gestuurd omdat men in zijn urine sporen van steroïden had gevonden. Eerst schreeuwde hij zijn onschuld uit maar later bekende hij het gebruik en kwam hij na vier jaar schorsing terug in competitie. In 1999 liep hij met 21.39 een persoonlijk record op de 200m.

De Nigeriaanse Charity Opara (1972-), medaillekandidate op de 400m, mocht na een positieve controle niet aan de Spelen deelnemen. Ze kreeg vier jaar schorsing.

Ook landgenote en verspringster Chioma Ajunwa (1970-) leverde een positief plasje af waardoor ze vier jaar vanop de zijlijn mocht toekijken. In 1996 maakte ze een weergaloze comeback. Op de Spelen van Atlanta won ze met een sprong van 7m12 het verspringen en versloeg ze de Italiaanse Fiona May (1969-) en de torenhoge Amerikaanse favoriete Jacky Joyner-Kersee (1962-).

De Russische Madina Biktagirova (1964-) eindigde vierde in de marathon. Na aankomst wees de urinetest uit dat ze dat met behulp van norefidrine had gedaan en werd ze gediskwalificeerd. Ze was de eerste marathonloopster die positief testte.

De Amerikaanse kogelstootster Bonnie L. Dasse (1959-) werd tijdens de Spelen betrapt op het gebruik van Clenbutorol en daarvoor uitgesloten voor verdere deelname.

Ook landgenoot en hamerslingeraar Jud Logan (1959-) had aan de Clenbuterol gezeten en ook hij werd huiswaarts gestuurd.

Nijolé Medvedeva-Bluskité (1960-) uit Litouwen nam deel aan het verspringen, maar moest de competitie na een positieve test verlaten.

In mei, bij een onaangekondigde test buiten competitie, had de Amerikaanse discuswerper Kami Keshmiri (1969-), twee jaar voordien nog winnaar van het goud op de Universiade in Duisburg, positief gereageerd op methanolone, waardoor hij niet naar de Spelen mocht.

Gewichtheffen

Omdat hij een positieve test afleverde op anabolica werd de Oostenrijkse gewichtheffer Jürgen Matzku (1966-) uit de Olympische selectie geweerd.

De British Olympic Association schorste Andrew Saxton (1967-) en Andrew Davies (1967-) voor deelname aan de Spelen omdat bij een controle bij beide gewichtheffers sporen van Clenbuterol waren gevonden.

Kano

In mei 1992 vloog Detlef Hofmann (1963 -) tegen de lamp, de Duitse kanospecialist testte positief op testosteron. Hij werd uit de Olympische selectie geweerd en kreeg twee jaar schorsing.

Skiën

Officieel werden er tijdens de Winterspelen geen atleten op doping betrapt. In 2015 bekende biatleet Sergei Tarasov (1965-) echter dat het hele Russische biathlon team tijdens de Olympiade een verboden bloedtransfusie had ondergaan. Bij hem liep die bijna fataal af, want hij moest met spoed naar het ziekenhuis, waar men zijn leven redde.

Volleybal

De Chinese Wu Dan (1968-) werd op het gebruik van strychnine betrapt, waarop ze de Spelen moest verlaten. Vier jaar voordien had ze nog meegeholpen om brons te winnen en in 1996 eindigde ze met de Chinese ploeg als vijfde.

Zwemmen

In de voorbereiding op de Spelen werd bij Astrid Strauss (1968-) een testosterongehalte van 12,6 gevonden, meer dan het dubbele van de toegelaten 6,0. Waarvoor ze lange tijd geschorst werd en daardoor haar Olympische titel 800m vrije slag van vier jaar voordien niet  kon verdedigen. Zelf zocht ze de oorzaak van dat hoge gehalte in het nuttigen van een grote aardbeibowl, maar na de val van de muur kwam uit dat ze, net als teammaatje Kathleen Nord (1965-), doortrainer Wolfgang Sack vol anabolica werd gepropt..