1877
In april 1877 werden loopwedstrijden georganiseerd van 500 mijl en het jaar nadien was er in de Agricultural Hall van het Britse Islington zelfs eentje van 520 mijl. Die wedkampen waren immens populair, met dagelijks meer dan 20.000 toeschouwers. Hierdoor aangemoedigd organiseerde men nadien gelijkaardige wedstrijden voor wielrenners.
1879
In 1879 startten de wielerzesdaagsen, ze duurden dag en nacht en dat 144 uur lang. Het wekt dan ook geen verbazing dat er tijdens die slopende wedstrijden stimulantia en dopingproducten werden gebruikt. De Franse renners verkozen een mengsel op basis van cafeïne, de Belgen hadden liever in ether gedrenkte suikerklontjes of alcohol bevattende siropen, terwijl de sprinters nitroglycerine gebruikten.
De renners uit die tijd dronken ook koffie 'verrijkt' met cafeïne en naarmate de race vorderde, voegden ze daar stijgende dosissen cocaïne en strychnine aan toe. In lage dosissen heeft strychnine een stimulerend effect, terwijl hogere dosissen giftig zijn. Het mag dan ook een wonder heten dat er geen doden vielen, gezien de trainers met meerdere soorten vergif en krachtige medicijnen experimenteerden.
De fascinatie voor de zesdaagsen verspreidde zich over de Atlantische Oceaan. Hoe meer toeschouwers, hoe hoger de prijzen en dat zorgde bij de renners voor een verhoogde stimulans om wakker te blijven om op die manier de grootste afstand te kunnen afleggen. Hun uitputting werd door de verzorgers tegengegaan met nitroglycerine, waardoor de ademhaling van de renners verbeterde.
Maar ook de neveneffecten van dat gevaarlijke goedje staken de kop op, hallucinaties bijvoorbeeld. Zo weigerde de Amerikaanse kampioen Major Taylor (1878-1932) om nog verder te rijden in de zesdaagse van New York:
"Ik kan niet meer veilig verder rijden, want die man met een mes in de hand loopt mij al een hele poos achterna op de piste.”
Joseph Rice, een andere Amerikaanse renner, sprong van zijn fiets en riep dat de helft van zijn hoofd verdwenen was, en dat hij gedood zou worden als hij verder reed. De dag nadien schreeuwde hij naar het publiek dat ze niet met stenen en baksteenpuin naar hem mochten gooien. Nog een andere renner stapte af, draaide zijn fiets om en begon loeihard in tegengestelde richting te rijden.